Er uitgelicht: DE KLEINE ZONNEDAUW
Vleeseters in Leende
De zonnedauw is een carnivore (vleesetende) plant, die we ook in ons gebied Leende (Nederland ) kunnen vinden.
Het grootste deel van de 83 soorten uit deze familie groeit in venen en één soort is een echte waterplant (Aldovandra).
Omdat in venen het stikstofgehalte laag is, zou dat de “selectiedruk” geweest kunnen zijn om zich naar een carnivore levenswijze te ontwikkelen
2006 Leende
Zonnedauwsoorten hebben een wortelrozet en lang gesteelde bladeren, waarvan de rand en de bovenkant bezet zijn door uitgroeisels. Deze uitgroeisels scheiden een kleverig vocht af, dat lijkt op “dauwdruppels”.
Omdat deze “dauwdruppels” onder invloed van de zon niet verdwijnen, kreeg deze plant de naam “Zonnedauw”.
De bloemen van deze vleesetende plant zitten in opgerolde trossen.
Ze bestaan uit 5 kelkbladeren, die aan de voet vergroeid zijn en vijf vrije, witte kroonbladeren
2006 Leende
Een waterjuffer, de watersnuffel of azijnwaterjuffer , in de val.
2006 Leende
De dauwdruppels trekken muggen en andere insecten aan, die aan de bladeren blijven kleven,
als ze met deze druppels in aanraking komen.
Daarna vindt er een keten van reacties plaats, waarbij het insect een hopeloze strijd moet strijden.
want bij het spartelen om los te komen, kunnen ze andere druppels raken en dan kleven nog meer vast.
Door mierenzuur, dat de bladeren afscheiden, wordt een klein deel van het eiwit van het insect opgelost.
Door dit eiwit wordt de rest van het blad geprikkeld en langzamerhand gaat het blad zich dan om het insect heen rollen.
De volgende stap is de vertering. De tentakels gaan enzymen afscheiden, die de eiwitten van de mug afbreken.
De aminozuren, die bij deze afbraak ontstaan, worden door de tentakels ook opgezogen
en zodoende wordt de stikstofvoorraad van de plant aangevuld.
Het hele verteringsproces duurt enkel dagen en daarna ontrolt het blad zich weer.
2006 Leende
Een vlieg half opgelost door het mierenzuur
In Europa komen 3 soorten uit het geslacht Zonnedauw voor, die ook in Nederland voorkomen.
Het zijn de soorten Drosera intermedia (kleine zonnedauw), D. rotundifolia (ronde zonnedauw) en D. anglica (lange zonnedauw).
Van de drie soorten komt de kleine zonnedauw soms in grote aantallen voor, ook al is hij niet erg algemeen.
Zijn verspreiding ligt rondom de Atlantische Oceaan en in Nederland kunt u hem aantreffen in zand- en hoogveengebieden in het Zuidoosten van het land. De ronde zonnedauw komt over het gehele Noordelijke Halfrond in de koude tot gematigde zone voor en het is de meest algemene zonnedauwsoort van Nederland.
Hij komt in sommige laagveengebieden van Westelijk Nederland nog veel voor. Meestal groeit hij tussen veenmos.
De zeldzaamste soort is de lange zonnedauw, die meer eisen stelt aan het milieu dan de andere 2 soorten.
Je vindt hem niet op heidevelden, maar alleen in venen met opstijgend mineraalhoudend water.
Door ontwatering en bemesting hebben de zonnedauwpopulaties echter sterk te leiden.
Om die reden worden deze soorten nu in Nederland beschermd.
De Zonnedauw staat op de Nederlandse Rode Lijst Planten
De zonnedauw levert ook medicijnen tegen keelaandoeningen. De vanouds gebruikte ronde zonnedauw kan hiervoor, door hun beschermde status, niet meer gebruikt worden. Daarom worden hiervoor nu Afrikaanse soorten gebruikt.
Bronvermelding: De Botanie Website