Fotoalbum: Enkele spinnen in het gebied
Index besproken soorten:
– Gerande oeverspin,
– Viervlekwielwebspin;
– Wespenspin
Gerande Oeverspin Grootste spin van Nederland in ons HHH-gebied!
Tijdens een eerste inventarisatieronde van de aanwezige poelen in ons gebied.
door de HHH-leden: Erik v Asten, Ton v Dijk, Peter Kerkhofs, Ton Verwegen en Roel Winters,
ontdekte Roel dit exemplaar van de grootste spin van Nederland.
Wetenschappelijke naam: Dolomedes fimbriatus
Nederlandse naam: Gerande Oeverspin
Familie: grote wolfspinnen/Pisauridae
Veldkenmerken. Grootste spin die in Nederland voorkomt, waarvan het wijfje, inclusief poten, +/- 70mm lang kan worden.
Deze oeverspin komt voor langs sloten en plassen en kan ook over water lopen om te jagen op allerlei insecten.
Jagend zonder een web te bouwen vangen ze flinke prooidieren, tot jonge visjes en kikkerlarven toe.
Bronvermelding: -Landelijk Nederland; Encyclopedie van natuur en landleven,1983
-ANWB natuurgids
Meer info: http://www.angelfire.com/ny5/natuur/spinnen/dolo_fimb.html
http://www.knnv.nl/waterbeestjes/images/zoekkaart_web.pdf
Viervlekwielwebspin
De viervlekwielwebspin (Araneus quadratus) behoort tot de familie van wielwebspinnen.
De kleuren kunnen verschillen van roodbruin tot geelgroen toch is de spin makkelijk te herkennen.
Er bevinden zich namelijk vier grote witte vlekken op de rug van de spin en de poten zijn gestreept.
Meestal zit de spin in het midden van zijn wielweb te wachten op een prooi.
Een veel voorkomende prooi is de sprinkhaan. Het web bevindt zich namelijk vaak laag bij de grond in grasland.
Het vrouwtje kan een grootte bereiken van 14 tot 20,5 millimeter en het mannetje wordt slechts 7 tot 11 millimeter.
De Wespenspin,
De Wespenspin ook wel Wespspin of Tijgerspin genoemd.
Vrouwtje van wespenspin
Nest van wespenspin, +/- 40×20 mm, vastgeklemd tussen pitrussen
Opengewerkt nest van wespenspin, +/- 40×20 mm
(Het nest beschadigd aangetroffen)
Leende de Riesten nov 2007 Jonge wespenspin, +/- 1 tot 2 mm
De wespspin maakt tussen een pitrus zijn nest, waar honderden jonge spinnetjes opgroeien en overwinteren. De cocon is zodanig isolerend dat de spinnen niet bevriezen!! In april klimmen ze uit de cocon, waarin ze verschillende keren uit hun jasje zijn gegroeid (verveld) De jonge spinnetjes kruipen naar de top van een pitrus-stengel en spinnen daar een lange draad. Vervolgens gaan ze, met behulp van deze draad, zweven op de wind (ballooning) en kunnen zo tientallen kilometers afleggen, waardoor de verspreiding van deze spinnen plaatsvindt.
(Bron: Jap Smits, Staatbosbeheer Leenderbos)
Voor meer info over deze spin: Wespenspin